We kruisen elkaar aan de deur van de spoed, de uitgang voor de vaste klanten.
Zij gaat naar buiten als ik binnenkom.
Onze zonen zijn een paar uur na elkaar geboren: twee erg zieke kleintjes naast mekaar in een glazen hulsje.
Elkaar totaal niet kennen, maar ondertussen toch heel goed.
Wij kunnen samen huilen aan die deur.
Want het blijft maar duren.
Het drinken is zo moeilijk: alarmen, blauw, sonde, reflux.
De tijd verdelen tussen alle kinderen. Daarin elke dag mislukken.
Mannen die het wenen van vrouwen niet verdragen.
Je kind dat altijd naar een vreemde ruikt.
Twee minuutjes samen aan de deur. En als die open gaat, tanden op elkaar, tranen vegen. Met stevige tred en moedige glimlach die ellendige, harde zomer in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten